Lake Kivu, fruit vleermuizen, zwemmende koeien en bananenbier.

15 september 2022 - Gisenyi, Rwanda

Na onze regenwoud avonturen reden we verder naar Lake Kivu. Omdat Jack toch die kant op wilde, liftte hij gezellig mee en speelde DJ Jack. We stopten eerst bij Kibuye aan de zuidkant van het meer. Hier verbleven we bij Guesthouse Jean’s Home, dat een terras heeft met uitzicht over het meer. We kwamen einde dag aan, dus aten wat bij het restaurant daar. Ik had een vis uit Lake Kivu, want waar kan je die nou nog meer bestellen? Dat was wel een succes. ‘s Avonds is er meestal niet zo veel te doen dus vroeg naar bed en bijtijds weer op. De dag erop liepen we langs de receptie richting ontbijt, maar werden we gestopt door iemand die “goodmorning! goodmorning! goodmorning!” riep. We werden de receptie in gewuifd en hij begon een enthousiast verhaal af te steken voor een boottocht langs de eilandjes voor 80.000 Rwandese Frank. Het was voor ons net iets te vroeg voor dit hele verhaal, dus we keerden met zijn drieën na het ontbijt terug. Pardoes ging het bedrag omlaag naar 70.000 en niet veel later naar 60.000. Dus we deden een kort overlegje en stelde voor de boottocht te doen voor 50.000 (ongeveer 50 euro met zijn drieën). En na een ‘uuuuuuuuhm’ was dat ook goedgekeurd, onderhandelen kan dus. De eerste stop was ‘monkey island’, daar hebben ze dus aapjes op gedropt. De gids had banaantjes mee die je ze kan geven. Wij hadden alleen ook een papieren lunchzak mee met banaantjes en ander eten erin. Dus daar kreeg het aapje ook lucht van. Jack haalde de zak dapper weg en hield die in de lucht, waarop het aapje zijn, toch best lange en scherpe, tanden liet zien. Jack hield dapper vast en gelukkig blies het aapje toen de aftocht. Volgende stop was Napoleon’s Island, dat zo heet omdat het de vorm heeft van de hoed van Napoleon. Hier wonen weer andere beestjes: fruit vleermuizen. En echt hele families! Die gingen we een bezoekje brengen. Ze hangen met tientallen, misschien wel honderden ondersteboven in de boom en maken vreemde, luide geluidjes. Een beetje alsof ze met zijn allen zitten te ginnegappen. We konden er heel dichtbij komen, erg leuk! We klommen wat door tot aan de top en keken uit over het meer. De grens tussen Rwanda en Congo loopt dwars door het meer heen (ooit een liniaalstreep van de Duitsers) en grenst ook aan Burundi. Het was dus een soort drielandenpunt. Daarna nog een rondje over 1 eiland, waar we in een boom klommen voor de foto. De gids zei dat, dus dan doe je dat. We zien eruit als zeer vreemde vogels. Onderweg zagen we ook nog vogels met veren, kleine en grote. Daarnaast zwemmen er koeien van eiland naar eiland, op zoek naar een betere plek om te grazen. Die hebben we niet gezien maar er zijn wel filmpjes van, Google maar eens.

Na nog een lunch aan het meer stapten we weer met Jack de auto in om naar Gisenyi te rijden, aan de zuidkant van Lake Kivu. Het was weer een mooie weg door de bergen, langs allerlei mooie, groene theeplantages.  Gisenyi is een stuk bruisender dan Kibuye. Hier hadden we ons leukste slaapplekje tot nu toe, bij hotel Musanto. Prima bed, goede warme douche, gezellig terrasje en vlakbij het meer. Aan het meer zelf zat het Lakeside restaurant, waar we eindelijk Sambaza aten. Kleine visjes uit Lake Kivu die in zijn geheel worden gefrituurd, lekker zeg! Eten was daar sowieso top en zeer betaalbaar. Jack raakte daar aan de praat met wat locals, die zeiden dat we i.p.v. vppr 1.300 dollar, de berg gorilla’s ook wel voor 200 (!) dollar konden bezoeken! We kregen nog een nummer waarmee we konden appen om dit te regelen, dus Jack waagde gelijk een poging.

De volgende ochtend liepen we het centrum van Gisenyi in. Een drukte van belang daar. We bezochten een lokaal marktje en banjerden wat door het centrum op zoek naar een zaakje met fietsverhuur en een begeleide fietstour. Maar alle zaakjes die we afliepen bleken niet meer te bestaan of gesloten. Vervolgens besloten we richting de grens met Congo te wandelen. We liepen door een veel rustiger deel van het stadje met allemaal grote villa’s, naast het water met een parkje eraan. Onderweg werd ons meerdere keren een boottocht aangeboden, dus toen de zoveelste ons aansprak dachten we dat hetzelfde verhaal zou komen. Maar hij bleef kletsen zonder ons iets aan te bieden. Hij zei dat hij graag zijn Engels wilde oefenen en liep met ons op. Zo gingen we richting Congo. Vlakbij de grens stonden allerlei voertuigen opgelijnd met goederen. De Rwandees vertelde ons dat alleen vrouwen vanuit Rwanda de grens over mogen. Mannen worden namelijk voor flinke bedragen gerekruteerd om in Congo te vechten. Vrouwen gaan er graag heen omdat eten in Congo wel 6 keer goedkoper is. Ze halen dan goederen op die ze in Rwanda met mooie winst kunnen verkopen. Nu we dan toch een local spraken, vroegen we hem naar een zaakje met bananenbier, die wist hij wel! Ik had er in NL al over gelezen, we hadden geleerd hoe het gemaakt wordt en nu gingen we het eindelijk proeven! De cirkel was rond! We liepen over een soort achteraf steegje naar een zaakje waar het zelf werd gemaakt. Vol verwachting klopte ons hart toen 4 smoezelige plastic bekertjes werden geserveerd met iets dat leek op…..slootwater. De hygiène van de bekertjes was ook van bedenkelijke aard. We roken eraan en de geur was….anders dan anders? Een klein slokje was genoeg om voorgoed genezen te zijn. Wat smerig zeg! Het smaakt sowieso mega rokerig, daar kan je nog van houden, maar ook zurig…bitter, ik weet het niet. Hij zei nog bij het 2e slokje wordt het beter en dat smaakte inderdaad iets minder heftig, maar ik heb het daarbij gelaten. Jack nam dapper nog een paar slokjes en de rest hebben we aan de omstanders gegeven. Daar kwam ook de aap uit de mouw, dat onze local graag een woordenboek wilde en of wij hem konden sponsoren. Dat sponsoren hebben we wel een beetje gedaan, maar niet het volle bedrag wat hij vroeg. Daar zou je volgens ons wel meerdere boeken van kunnen kopen. Blijft lastig deze situaties, wanneer geef je wel, wanneer niet? Wij blijven in elk geval actief de discussie voeren.  Die avond aten we weer sambaza en nog een hapje bij ons favoriete restaurant.

 Omdat de gorilla boys niet meer waren teruggekomen op hun voorstel van 200 dollar, besloten we de dag erop de grens met Oeganda over te steken. In de hoop dat zaken daar iets goedkoper zullen zijn. Want elk national park, elke berg die je wil beklimmen daar betaal je een bedrag van tussen de 40 en 70 dollar voor en dat loopt nogal op. Samenvattend is Rwanda wel een bijzonder land. In een aantal zaken lopen ze wat mij betreft echt voor. Zo is single use plastic verboden, zoals rietjes en plastic zakjes. Daar staat een flinke boete op er schijnen zelfs plastic zakjes smokkelaars te zijn. Het land is dan ook super schoon, weinig zwerfafval. Komt ook omdat ze 1 keer per maand met z’n allen op de zaterdag buiten schoonmaken. Klinkt ook nog best gezellig toch? Rokende mensen zie je ook bijna niet, is op veel plekken verboden. De huisjes zijn gemoderniseerd, bijna iedereen loopt in mooie, nette kleding. Tegelijkertijd is het ook chaos op straat met alle vervoersmiddelen en vee en is het wat dat opzicht in geen geval met een Westers land te vergelijken. Maar hee, daarvoor kwamen we ook niet. Volgende keer de oversteek naar buurland Oeganda!

2 Reacties

  1. Frits:
    18 september 2022
    bananenbier leek me sowieso een slecht idee.
  2. Charlotte Bijl:
    18 september 2022
    Mijn zo'n houding ontdek je nooit wat