Wijnproeven in Berat en de Albanese Riviera.

2 juni 2019 - Rrethi i Elbasanit, Albanië

Na ons avontuur in de sneeuw werd het tijd om Zuidelijker te gaan. We besloten direct door te rijden naar Berat, met een tussenstop in Durres om een amfitheater te bekijken, dat heel random middenin de stad stond. We kwamen zo rond 2 uur 's middags aan dus besloten dat lunch voor inchecken ging. Angela had al een fancy restaurant uitgezocht met zeer mooi uitzicht op de bergen en de oude huisjes. Er blijken dus letterlijk overal in Albanie bergen te zijn! Wisten wij veel, ze zullen wel gelachen hebben in Tirana toen we zeiden dat we eerst naar het Noorden gingen om de bergen te bezoeken. Berat wordt ook wel de stad van de 1000 ramen genoemd en staat op de werelderfgoedlijst van Unesco. Het stadje is letterlijk tegen de bergen opgebouwd, erg leuk als je de dag ervoor een 6 uur durende hike hebt gedaan. Dus wij dachten slim te zijn en na de lunch met de auto omhoog naar het kasteel te gaan. Helaas dacht de auto van niet, een 10% steile heuvel vanuit stilstand met voorwielaandrijving was net wat te veel gevraagd. Dus we namen ons verlies en gingen naar het hostel. Ook hiervoor moesten we bepakt en bezakt een heuvel op dus we kwamen enigszins piepend en krakend aan. Het hostel was super mooi! Stevige stapelbedden die niet gelijk wiebelen als de andere persoon beweegt en een leuk terrasje. De eigenaar was ook zeer vermakelijk en gaf ons veel informatie. Dat was tevens de man met wie ik raki dronk toen ik mijn vorige blog schreef ;). Wij hadden begrepen dat we wijn konden proeven, dus boekten dat gelijk. Daarna hadden we nog een uurtje om door het schilderachtige stadje te slenteren voordat we werden opgepikt. Het toertje zou goedkoper zijn als er meer mensen mee kwamen, dus de hostelman ging mensen uit het andere hostel overhalen en wij bewerkten de 2 Aussies uit ons kamer. Uiteindelijk waren we met zoveel mensen dat er een busje moest komen en ging de hosteleigenaar zelf ook gezellig mee. De busrit naar de winery bovenop de bergen was al erg mooi. Veel groene heuvels, maar ook mensen die op ezeltjes van alles vervoeren. Je gaat echt een beetje terug in de tijd. We hadden een gezelschap van 4 Australiërs, 1 Amerikaan, 1 Nederlands meisje en 1 Albanees. We kregen eerst een rondleiding over de velden en daarna begon de 'proeverij'. Deze ging wel wat anders als je zou verwachten, maar....eerlijk gezegd beter! Voor slechts 8 euro hadden we 3 wijnen, 1 witte, gemaakt van druiven die alleen daar groeien, en 2 rode van merlot en cabernet druiven als ik het goed heb onthouden, waarvan de 1 een paar jaar ouder was. Dus niet heel veel variatie, maar gezien de eerdere ervaring met naar azijnsmakende wijn was dat misschien niet zo erg. Maar het mooie was, dat je dus niet 3 glaasjes krijgt om te proeven, maar dat ze blijven bij schenken tot de flessen leeg zijn, dus van elke soort heb je minstens 2 glaasjes en dan nog allerlei hapjes erbij, gedroogde vijgen met feta is een aanrader. De hostelman poogde ons 'proost' in het Albanees te leren, maar dat was wederom een onmogelijk woord, dus uiteindelijk proosten wel allen steeds met 'shalalalaa'! Daarna kregen we ook nog eens 2 soorten raki, waarvan de 1e net zo smerig was als altijd, maar de gerijpte een stuk beter te pruimen was! Ietsje verderop was een restaurant dus we gingen gelijk door voor diner. 1 van de Australiërs bestelde een lokale specialiteit: en half baby geitenhoofd, met alles erop en eraan. Na mijn ervaring met schapenhoofd in Iran om 5 uur 's ochtends was ik hier een beetje huiverig voor. Maar nadat Angela had voorgeproefd heb ik met smaak een stukje baby geitenbrein gegeten, wie had dat gedacht!

De dag erop klommen Angela en ik omhoog naar het kasteel dat we met de auto niet konden bereiken. We hoorden van 1 van de Australiërs dat er ook een ander leuk slingerpaadje naartoe liep dus dat namen we. Bijkomend voordeel was dat we hiermee de entreeprijs ontweken (was minder dan 1 euro, maar het gaat om het idee ;)). Een kasteel dekt niet echt de lading. Er is een hele citadel bovenop de berg waar nog steeds mensen wonen. Veel mooie gebouwtjes en een schitterend uitzicht, dat was onze gekwelde spiertjes wel waard. Daarna gingen we lunchenbijt restaurant Lili, de hostelman (sorry zijn naam was heel moeilijk te onthouden, ook een Albanees woord) had ons gewaarschuwd dat je daar voor avondeten moet reserveren maar dat lunch waarschijnlijk wel zou lukken. Toen we het hadden gevonden begrepen we waarom, het was echt ieniemienie! 2 tafeltjes op een mini terrasje en 3 in een super kleine overdekte ruimte. Dit alles werd gerund door een uiterst vriendelijk en mega zenuwachtig klein mannetje. Hij had een bord met aardig vage foto's van de gerechten met een uitgebreide uitleg. Hij bood ook wijn aan die zijn vader zelf had gemaakt. Er zaten toevallig 2 Nederlanders die al wijn aan het drinken waren, dus ik dacht toch even checken, helaas, ook deze smaakte naar azijn haha. We bestelden van alles wat, dat was even schrikken toen het kwam, de gerechten waren gigantisch! 1 worst en 1 gehaktbal namen beide een heel bord in beslag. Uiteindelijk namen we een doggybag mee om hem een plezier te doen en wilden die aan een zwerver geven die we eerder hadden gezien. Komen we terug is de zwerver foetsie! We hebben nog een dag met een worst en rijst rond gelopen en het uiteindelijk maar ergens op straat gezet in de hoop dat iemand er nog wat aan zou hebben. De dag ervoor wilden we eigenlijk gaan wild water raften in de canyon in de buurt, echter de hostelman had al gezegd dat het niet erg wild was en het Nederlandse meisje dat mee wijn proeven was kon dat bevestigen, dus we hadden gecanceld. Maar, we zijn niet voor 1 gat te vangen, we hebben immers een huurauto. We vroegen de hostelman of het te bereiken was met onze auto en die zei: uhm.....yes. Maps.me gaf echter allerlei uitroeptekens op die route met de waarschuwing 'aardeweg', en de weg slingerde ook nog eens als een malle. Dus we hadden wat vraagtekens, maar besloten toch naar de canyon te rijden. Afgezien van wat gaten was dat prima te doen! We worden steeds meer bedreven in de bochten en het ontwijken van gaten. De canyon was zeker de moeite waard.  De dag erop stond de kust op de planning. In meerdere hostels hadden ze ons allerlei stops aangeraden op weg naar Sarande. We wilden naar Sarande om te duiken daar.

De dag erop liepen we naar het parkeerplaatsje, we waren benieuwd wat we zouden aantreffen, want de ochtend ervoor hadden allemaal bussen ons ingebouwd. Dat bleek de minste van onze problemen. De bussen waren opzij en we zaten klaar om te gaan toen van de mannen naar onze band wees, ik nam een kijkje, en helaas.. helemaal plat. 1 van de busmannen gebaarde dat we naar de bus moesten rijden, want hij had daar een pompje aan vastzitten. Hij pompte hem op en toen gebaarden ze van, zo kan je wel weer rijden. We hadden echter nog een vrij lange rit te gaan, dus het leek ons niet afdoende. We belden de hostelman die met ons naar een garage in de buurt ging. Dat was een bijzondere ervaring. De garage bestond uit een vrij lege loods met wat vogelnestjes erin. De man haalde het wiel eraf en vond al snel de boosdoener, een behoorlijk klein schroefje had zich in onze band geboord. Daarna plakte hij hem zoals een fietsband en dompelde hem zelfs onder in water om te zien of er nog een lek in zat, kind kan de was doen? Er bleek echter nog steeds een lek in te zitten, wat hij oploste door met een hamer op een houten staaf tegen de stalen band op het wiel te slaan. Dit zag er uhm..primitief uit. Het wiel ging er weer onder en we moesten omgerekend 2,44 euro neerleggen. Enigszins benieuwd of ons wiel het ging houden vertrokken we richting het Zuiden. We maakten een stop in Vlore om te lunchen. We kwamen in een vrij groot restaurant zonder kaart, we hadden niet enorm veel honger, dus bestelden vlees en een salade. Ze vroegen bezorgd of we er echt geen rijst of toch aardappels bij wilden (lunch is hier de belangrijkste maaltijd van de dag). Het was goed dat we daar nee op hadden gezegd want er werden 6 borden vol eten aangerukt, dat is wat als je niet zo'n honger hebt. Dit keer hebben we een doggybag voor onszelf meegenomen en ook ons avondeten hiervan genuttigd. Daarna was het tijd voor meer bergen, want Albanie. Ik moest eerst flink wat haarspeldbochten omhoog slingeren, maar die moeite werd wel beloond toen we over de Llogara pass langs de kustlijn naar beneden slingerden, uitzichtje hoor! Wegens de vertraging door onze lekke band konden we minder stops maken dan gepland. Maar de route op zich was al prachtig, slingerend langs de bergen en de kust. Sowieso never a dull moment want her en der steekt er een kudde geiten, een ezeltje of een verdwaalde koe over. We bereikten Sarande tegen de avond. Nogal een sfeerloze stad met veel hoogbouw in vergelijking tot Berat. Ook in de hostels doen ze aan hoogbouw, beide die we bekeken hadden namelijk stapelbedden met 3 lagen op elkaar! In de laatste besloten we toch maar neer te strijken, want veel beter ging het waarschijnlijk niet worden. Die avond informeerden we naar de mogelijkheden bij een duikschool in de buurt, maar de instructeur bleek geen Engels te spreken en aangezien we beiden 2 jaar of langer niet hebben gedoken, vonden we dat toch wat tricky. In het hostel vonden we een Amerikaan die we in Shkoder waren tegengekomen (Brent) en nog een Amerikaan, Bo, die ook erg gezellig was. Daarnaast troffen we Lisa, een Australisch meisje uit Berat dat erg praatgraag is en een onaangenaam luide stem heeft. We boden de Amerikanen aan om de dag erop met ons mee te gaan toeren in de buurt en Lisa stond er ook bij, dus ja...we zeiden wel dat het mogelijk vrij krap zou zijn in de auto maar dat we konden proberen of zij er ook bij paste.

De volgende ochtend hadden wij Ksamil (strandplaatsje), the blue eye en Butrint op het programma staan. Lisa is ook de dunste niet, maar besloot toch te proberen of ze erbij paste en dat ging wel haha. We besloten eerst richting blue eye te gaan, zodat we eind van de dag op het strand konden chillen. Op aanraden van het hostel stopten we eerst in Finiq, waar bovenop een berg allerlei ruïnes te vinden waren. Van de ruines, was ja, niet heel veel over, maar we hadden wederom een wonderschoon uitzicht en vonden weer wat bunkertjes. En had ik al verteld dat Albanië bezaaid is met bloemen? Overal waar je gaat tiert het weelderig, zo ook op deze berg. Ook zagen we hier alweer onze 3e slang kronkelen! Gelukkig kronkelde hij van ons weg. Daarna karden we door naar de blue eye, een koudwaterbron van wel 50 meter diep met super blauw en helder water dat snel stromend uit de diepte komt. We hadden de hosteleigenaars beloofd dat we het zouden filmen als we erin zouden springen. Hoewel er overal bordjes verboden te zwemmen staan, zijn ze in Albanië niet zo van de regeltjes en schijnen ze die bordjes als springplank te gebruiken om erin te duiken. Bijna verleidelijk, maar het water is een graad of 10 en snelstromend, dus we hielden het bij wat kiekjes. Daarna door naar Ksamil voor een lunch aan het strand met oogverblindend blauw water, om daarna door te rijden naar Butrint. We hadden ons niet heel erg ingelezen, maar begrepen dat het erg mooi was. Daar aangekomen, dachten we ja....weer ruines en besloten om te keren en naar een strandje in de buurt te rijden. Hoewel Brent tips had voor mooie stranden en we langs monastery beachs waren gereden waarvan we wisten dat het mooi was, gingen we naar een ander strandje in de buurt, was volgens Angela en Bo zag dat er op de kaart erg mooi uit. Daar aangekomen vroegen we wat Fransen waar we moesten parkeren en waar het strand was. Ze zeiden dat ze niet zeker wisten of het bereikbaar was, omdat zich verderop een afgesloten militair terrein bevond. We waren er nu toch al, dus we beklommen weer eens een heuvel en....liepen tegen een hek aan. Teleurgesteld liepen we terug, totdat de Fransen ons op een klein zijweggetje met potentie wezen. We legden vol verwachting een flinke route met vrij veel koeienpoep af. Ik weet niet precies wat ik me moet voorstellen bij een strand dat er op de kaart erg mooi uitziet, want ik reed auto en keek niet op de kaart. Maar iedereen moest toegeven dat het in het echt nogal, uhm, tegenviel, niks bijzonders aan dat strand. Voor de vorm hebben we er wel 10 minuutjes gelegen voor we de hele terugtocht aanvaardden. Vervolgens stopten we toch maar bij monastery beach wat gelukkig wel aan de verwachtingen voldeed en waar de zon ons vergezelde. 's Avonds gingen we naar een visrestaurant waar Brent de dag ervoor als lunch een medium sized fish had gegeten (hij wist niet meer welke soort). Wij zagen onder andere mullet op de kaart staan en vroegen ons af wat voor vis dat was. Dat inspireerde Bo om ons een inkijkje te geven in de Amerikaanse cultuur. Namelijk, op de grens van Alabama, waar hij woont, vindt jaarlijks een enorm evenement plaats dat 'mullet toss' heet. Dit houdt in dat allerlei mensen samenkomen om met vissen te smijten. Degene die de mullet het verste weggooit kan een prijs winnen. Een en ander wordt opgeleukt met een bikinicontest, maar het vis gooien is het hoogte punt, rare jongens die Amerikanen. Ook bijzonder is dat Bo eigenlijk helemaal geen Bo bleek te heten, maar James, wat er in de verste verte niet op lijkt. Het verhaal is dat zijn ouders Bo nou eenmaal erg leuk vonden klinken en hem altijd zo hebben genoemd, ook als ze boos op hem waren ;). Verklaring is wel dat veel Amerikanen dezelfde naam als hun vader krijgen, maar dan met 'jr.' erachter, of voor de generatie erop met 'third' erachter, wat vrij verwarrend is.

We besloten onze duikplannen te laten varen (haha varen) en de dag erop door te rijden naar Gjirokaster, wat ook mooi scheen te zijn. Bo stopten we achterin, want die was wel een gezellige toevoeging. Gjirokaster wordt de stad van de 1000 treden genoemd, je kant al raden dat ook dit op een berg ligt. Het hostel had de mooiste ontvangst ooit...puppy's!! Ze hebben hier 4 mini puppy's die vet zielig op straat zijn achtergelaten, maar die ze hier de fles geven en plat knuffelen. Ook hier bevindt zich een kasteel op de berg met een uitzicht, maar we zijn niet meer zo onder de indruk. Angela trok zich daarna terug in het hostel, Bo en ik bezochten nog 2 traditionele huizen. Die waren wel tof. In 1 kregen we een rondleiding waarbij werd uitgelegd waar de vertrekken toe dienden en hoe het vernuftig in elkaar zat. Het waren huizen van rijke mensen die letterlijk op de rest neer keken. Bovenop de berg met uitzicht op de stad. De rest van onze dag bestond uit spelletjes en eten en nog een kleine verrassing! De 1e raki die, toegegeven, echt wel lekker smaakte! Het was een versie met bosbes, waar je ook echt de bosbes in terug proefde, het kan dus wel...Morgen weer terug naar Tirana, nog 1 nachtje daar en dan de auto inleveren om de bus naar Macedonie te pakken. Dan hebben we nog anderhalve week waarin we mogelijk ook een stukje Kosovo mee pakken. Het is voor ons ook nog een verrassing, stay posted...;)

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s

3 Reacties

  1. FriBi:
    3 juni 2019
    Nog bedelaars gevoederd?
  2. Marianne Vaneker:
    4 juni 2019
    Het lijkt me dat de mensen er behoorlijk dik zijn van al dat eten. Is dat zo? En inmiddels vrouwen gezien?
  3. Charlotte Bijl:
    5 juni 2019
    Nee paps, geen bedelaars meer gevonden ;). En Marianne in Albanië zijn ze verrassend slank! Veel fysiek werk denk ik.