Jeruzalem, (opmerkelijke) Joodse gewoonten en de Westerlijke Jordaanoever

7 november 2019 - Jeruzalem, Israël

In deze blog duik ik wat meer in de Joodse cultuur en de merkwaardige (politieke) situatie in de Westerlijke Jordaanoever. Wat we binnen 1 week hebben mee gekregen is natuurlijk maar een tipje van de sluier, maar doordat we ook bij locals over de vloer zijn geweest kunnen we toch een interessant kijkje in de keuken (ja ook letterlijk) bieden.

Nadat een minuutje of 20 rond dobberen in de Dode Zee zetten we de reis voort naar Jeruzalem. Hier aangekomen keken we gelijk onze ogen uit. Overal Joden! Maar dan ook mensen die zeer herkenbaar zijn als Joden. Niet alleen een keppeltje hier en daar, nee hele bontmutsen, lange baarden en gekrulde slierten haar aan de bakkebaarden. Daarnaast hadden de mannen vaak een volledig pak aan en de vrouwen keurige jurkjes, daarnaast hebben de dochtertjes vaak schattige haarbandjes of andere versieringen in. Het viel ons wel op dat er veel 'buitenlandse' Joden rond liepen. Lang niet iedereen sprak Hebreeuws. Wat bleek nou, wij waren er toevallig tijdens een Joodse vakantie/viering, genaamd Sukot. Hierin wordt herdacht hoe de Joden de tocht van Egypte naar Israël maakten. Her en der op straat staan suka's, dit zijn een soort hutjes met een rieten dak waarin de Joden onderweg sliepen. Daarnaast lopen ze rond met stukken fruit en een soort stokken en doen ze een soort dansje als iemand met een stuk fruit iemand met zo'n stok tegenkomt. We zagen dit in mindere mate ook in Tel Aviv, maar hier struikel je er echt over. Her en der in Israël hebben we navraag gedaan naar deze uiterlijke merkwaardigheden. Bijvoorbeeld de plukken haar aan de bakkebaarden. We hebben geleerd dat Joden zich niet mogen scheren (wel knippen of trimmen), omdat je dan je huid beschadigt en ook God pijn doet. Daarnaast mogen ze zich onder hun jukbeen niet knippen, vandaar die lange plukken daar. Die krullen ze vervolgens zodat ze ze even achter hun oor kunnen doen als ze in de weg zitten. Een van de vele verklaringen waarvan je denkt, ja het is een verklaring maar echt begrijpen doe ik het ook niet. Dan de bontmutsen, het was in Jeruzalem wel een tikje frisser dan Eilat (24 vs. 34 graden), maar het was zeker geen weer dat een bontmuts rechtvaardigt. In het hostel legden ze ons uit dat veel Joden uit koudere streken komen waar ze bontmutsen dragen en dat ze even vergeten waren dat het hier een stuk warmer was en ze hier niet nodig zijn. Door te springen of op een verhoging te staan als er een wat kleinere Jood langs wandelde probeerden Angela en ik erachter te komen of de bontmuts het hele hoofd bedekt want je ziet eigenlijk alleen de rand om het hoofd heen. Het verlossende antwoord kwam van een Jood met kriebel op zijn hoofd die zijn muts even afdeed om te krabbelen. Ze hebben dus wel een soort luchtgat in het midden, waar uiteraard wel weer een keppeltje onder zit. Keppels dragen jongetjes al vanaf hun derde en staat voor de verbinding tussen mens en God. Maar even genoeg weetjes voor nu, verder met onze avonturen!

Na een klein dutje besloten we naar de klaagmuur te wandelen. Jeruzalem is in 4 wijken verdeeld, de Joodse, Islamitische, Armeense en Christelijke wijk. De wandeling naar de klaagmuur voert door het Islamitische gedeelte, bestaande uit een bazaar vol kleine kraampjes, het leek Iran wel. Ondertussen bleven we ons vergapen aan de Joden in al hun verschijningsvormen. Bij de muur aangekomen bleek ook hier Sukot te worden gevierd. Eerst moesten wij en onze tassen door een detector heen. Vervolgens konden we het terrein op, maar mochten geen foto's en filmpjes maken. Wat het natuurlijk alleen maar extra leuk en spannend maakte om dit toch te doen. Het was een hele verzameling van feestvierende Joden. We hadden nog nooit zo'n gezellig geloof gezien! We twijfelden even om ons te bekeren. Op het plein voor de muur was een hele groep aan het dansen en zingen in een enorme kring. Ze trokken hier af en toe ook gezellig een toerist in mee. Wij maakten stiekem filmpjes op gepaste afstand. De muur zelf was vroeger alleen toegankelijk voor mannen, maar sinds een aantal jaar is een stuk voor vrouwen gereserveerd. Tussen beiden gedeelten staat een muur, maar er staan ook allemaal stoeltjes en krukjes tegen de muur vanwaar mannen en vrouwen naar de andere kant gluren. Daarnaast liggen overal stapels boeken, bijbels denken wij zo, maar we konden het Hebreeuws niet lezen om onze vermoedens te testen. We liepen braaf naar het vrouwen gedeelte om eens te observeren wat daar gebeurt. Er staan dus allemaal vrouwen tegenaan geleund, ik denk te klagen, maar niet hardop. Verder zitten er allerlei kleine briefjes in alle bereikbare gleuven van de muur. Sommige vrouwen stoppen daar briefjes bij, het maakt ze dan vrij weinig uit als er dan een stuk of 5 andere briefjes po de grond vallen. Ook kussen vrouwen de muur, wij konden alleen maar denken aan de ongelooflijke hoeveelheid bacteriën die de muur moet bevatten door al die verschillende lippen, maar daar deden zij niet moeilijk over verder. Wanneer ze uitgeklaagd zijn moonwalken ze terug, best knap als je bedenkt dat ze er allerlei stoelen staan waarover ze kunnen struikelen. Oké, een echte moonwalk kan je het niet noemen, maar ze lopen dus achteruit weg, zodat ze God de rug niet terugkeren. Toen we uitgeklaagd waren (duurde even want ik had in Eilat ziek veel muggenbulten opgelopen en wilde m'n hart graag luchten), raakten we in de bazaar aan de praat met een Arabier. Hij vroeg of we een uitzichtpunt wilden zien, alweer iemand die ons mee wil nemen naar een uitzichtpunt, raar toeval. Dat leek ons wel wat. We achtervolgden hem door allerlei steegjes en beklommen een randje vanwaar we weer zicht hadden op de klaagmuur, vanaf hier konden we ongestraft foto's maken. Vervolgens nam hij ons mee op een soort dak vanwaar we uitzicht over bijna de hele stad hadden. Super mooi, maar hij had nog meer geheime plekjes: wilden we de moskee en de kerk ook van boven zien? Dan wist hij nog wel een route. Wij hadden inmiddels het idee dat we achter een soort Aladin aan wandelden in onze eigen tekenfilm. Hij nam ons mee naar zo'n draaihek dat maar 1 kant op draait, en je raadt het al, niet de juiste. Gelukkig waren we allemaal niet te breed en konden we precies door het randje heen manoeuvreren. Vanaf daar liepen we via een trapje naar een de rand van een stadsmuur. We konden nog een heel eind over die stadsmuur wandelen en zagen bijna alle delen van het 's nachts prachtig verlichte Jeruzalem, wat een mazzel weer! Daarna zeiden we gedag en gingen slapen om te bekomen van alle indrukken.

De dag erna sloten we weer aan bij een free walking tour, maar we hadden minder geluk met de gids dit keer. Hij moest steeds halverwege zijn verhaal regelmatig 10 seconden stoppen om het Engelse woord te vinden en dan waren wij de draad allang alweer kwijt. Wat we wel mee hebben gekregen is dat sommige wegen die door Jeruzalem lopen nog de oude Romeinse wegen zijn. En dat Jeruzalem een Armeense wijk heeft omdat Armenië als eerste land het Christendom als nationale godsdienst uitriep. Maar daar houdt het wel zo'n beetje bij op, we haakten na een half uur concentratiepogingen af. Wat nu te doen? We liepen naar een uitzichtpunt dat nota bene het tourist office op onze kaart had aangewezen, maar dat was afgesloten wegens de vakantie. Daarna dachten we een bus te pakken na een markt om daar een hapje te eten. Maar toen we een tijdje bij de bushalte zaten wezen andere toeristen ons erop dat het openbaar vervoer ook niet reed wegens de viering van de 8ste dag. Dit is vergelijkbaar met een sjabbat. Er zat dus niks anders op dan te lopen. Na ruim een uur wandelen langs nog meer zingende en dansende Joden kwamen we bij de markt aan, alleen maar om te ontdekken dat deze ook dicht was, huilen! We dachten terug te gaan naar het hostel om daar tips te vragen voor onze knorrende maagjes. Onderweg liepen we weer langs de feestende Joden die vervolgens iets in het Hebreeuws naar ons riepen. Angela riep in het Engels terug dat we daar niks van verstonden en voor we het wisten raakten we met Aron en Yuri aan de praat. Ze nodigden ons uit in hun huis, daar zeiden we natuurlijk geen nee tegen. Ze hadden een mooi huis met een AirBnb eraan vast. Yuri, een Oekraïense Jood die vrij beperkt Engels sprak, maakte direct wat eten voor ons klaar, in wat hij in het Engels de food room noemde omdat hij het woord voor kitchen even niet meer wist. Ze deelden niet alleen eten met ons maar ook meer over de Joodse gebruiken. Ze hadden allebei een studie over de Thora gedaan en hielden zich aan de regeltjes. Eten maken op een dag die als Sjabbat geldt valt nog helemaal niet mee! Ze mogen op die dag geen elektriciteit gebruiken en ook geen lucifers afstrijken. Gelukkig hadden ze daar wat op bedacht, met een kaars mag je namelijk wel het gas aansteken (die moet dus wel sinds de dag ervoor al branden). De elektrische kookplaat en de lichten staan ook al aan sinds de dag ervoor. Het kan wel eens lastig zijn als een Europeaan bij hen langs komt en uit gewoonte het wc licht uitdoet, die mogen ze dan zelf de rest van de dag niet meer aandoen. Het was voor ons ook wel even wennen, toen hij voorstelde zijn nummer uit te wisselen gaf ik hem gedachteloos mijn telefoon om het zelf in te typen, maar dat mag dus niet. Pas na 20:00 's avonds weer, tegen die tijd kunnen ze dus ook pas hun berichtjes beantwoorden, lekker rustig eigenlijk wel zo'n sjabbat. Hen vragen om een foto van ons te maken was ook geen succes. Behalve eten kregen we ook Israëlische wijn! Super chill, want daar waren we zelf tot die tijd te gierig voor geweest. Niet alleen bier maar ook wijn is niet te betalen, maar we waren toch wel erg nieuwsgierig. De mannen waren zelf overigens ook al de hele dag van alles door elkaar aan het drinken dus ze waren lekker melig. Na het eten namen ze ons langs een heel smal laddertje mee het dak op, want ook zij hadden daar een suka staan. We hebben dus echt Sukot gevierd door in de suka te chillen. We bespraken dat we het wel een aantrekkelijk geloof vonden, zingen, dansen, drinken en alleen de mannen hoeven hun hoofd te bedekken. Dat laatste puntje hadden we echter fout. Na het huwelijk moet een Joodse vrouw wel degelijk haar haar bedekken, echter de meeste Joodse vrouwen doen dat met een pruik! Weer zo iets ontzettend frappants, al deze regeltjes en dan de workarounds. Hoezo is een pruik minder verleidelijk dan je echte haar? In sommige gevallen staat het zelfs beter. Tsja...Joodse logica. Vanaf die dag gingen we erop letten en spotten we inderdaad regelmatig vrouwen van middelbare leeftijd met een pruik op hun hoofd, heel bijzonder. Het uitzicht vanaf het dak was prachtig, maar op een gegeven moment hadden we het wel gezien. Bij het afscheid kregen we nog een negerzoen als toetje. Zij moesten wel lachen toen we het Nederlandse woord voor deze snack vertaalden. Wij moesten vervolgens weer lachen toen bleek dat zij een negerzoen met 1 hap eruit een neger met een keppeltje noemen. Al met al weer een vermakelijke dag!

Tijd voor wat serieus, op het allerlaatste nippertje boekten we voor de dag erna een toer naar de Westerlijke Jordaanoever, om eens te kijken hoe het er daar nou eigenlijk aan toe gaat. Een gebied dat zolang we ons al kunnen herinneren in het nieuws is vanwege de vele bombardementen en de onrustige situatie. Echt het fijne wisten we er niet van af, dus het werd tijd om het met eigen ogen te gaan bekijken. Even simpel uitgelegd, heb je Israël, Oost-Jeruzalem (een soort niemandsland) en Palestina (verdeeld in gebied A, B & C). Eerst gingen we met de bus door Oost Jeruzalem, dit is met een grote muur gescheiden van Jeruzalem. Palestijnen die hier wonen mogen nog heen en weer reizen naar Jeruzalem, bijvoorbeeld om te werken of om familie te bezoeken die nog in Israël woont. Voor mensen die in gebied A, B of C wonen is dit niet toegestaan. Oost-Jeruzalem is een soort gebied er tussenin waar Joden officieel niet mogen wonen, maar toch illegaal flats neerzetten en intrekken. Ten eerste omdat het goedkoop wonen is, ten tweede hoogstwaarschijnlijk om dit gebied uiteindelijk ook bij Jeruzalem te betrekken. Dit terwijl de Palestijnen nog maar in 20% van het oorspronkelijke land en hun oorspronkelijke leefgebied wonen. De Palestijnen wonen hier onder bezetting. Dit brengt uiteraard behoorlijk wat nadelen met zich mee. Zo krijgen zij bijvoorbeeld veel minder liter water per dag dan de Israëliërs. Je ziet dan ook op alle huizen watertanks staan waarin zij dit water zorgvuldig bewaren. Daarnaast mogen zij geen leger hebben. Wel bewakers (met AK 47's!), maar deze zijn er om bijvoorbeeld een staatshoofd te beschermen dat van buitenaf Palestina komt bezoeken. De kogels worden regelmatig geteld en wanneer je een kogel mist heb je een zeer groot probleem. Het Israëlische leger loopt wel door Oost Jeruzalem en kan auto's zomaar staande houden voor controles. Er zijn vele checkpoints waar je langs rijdt als je Palestina ingaat. De meesten zijn overigens onbemand of laten je in elk geval gewoon doorrijden, het voelt erg als random en pesterijtjes. Onze gids van die dag woonde in Palestina, maar mocht wel in Israël komen omdat hij Christelijk is (Grieks Orthodox). Daarom heeft hij een permit, waarmee hij langs sommige checkpoints mag, maar niet langs alle. Bij de checkpoints waar hij eigenlijk niet langs mag doet hij zijn pet voor zijn hoofd en doet hij alsof hij slaapt. Ons eerste stop was Ramallah, de hoofdstad van Palestina. Een leuk levendig stadje, waarin niks aan de hand lijkt, behalve dat de Starbucks Star & Bucks heet, maar dat is alleen maar een bonus toch? We eten daar een heerlijk ijsje en lopen een stukje door de winkelstraat. De volgende stop is het mausoleum van Yasser Arafat, de bekende strijder van de Palestijnen, waar veel sterke verhalen de ronde over doen. Achter zijn graf is een zwembadje aangelegd, vreemde plek om te zwemmen lijkt me. Maar het blijkt een betekenis te hebben. Arafat wilde in Jeruzalem begraven worden, waar hij vandaan kwam. Het zwembad achter het graf betekent dat hij daar tijdelijk ligt. Daarna rijden we door naar Tell Sultan/Yericho, de gids noemt dit trots het oudste dorp van de wereld. De grotten zijn nog te zien van de holbewoners, maar ook de resten van de beschaving die ze hebben opgebouwd nadat ze hun grotten verlieten. Daarna treden we in de voetsporen van Christus en rijden naar de rivier waar hij gedoopt is. Deze rivier vormt tevens de grens met Jordanië. In het water zien we hele groepen mensen met een soort grote witte doorschijnende gewaden die zich zingend in het water onderdompelen. Echt in de voetsporen. Het water ziet er behoorlijk bruin uit, dus het voorstel van de gids om onze voeten erin te dopen slaan we vriendelijk af. Zo niet de godsvruchtige medemens die ook waterflesje met de bruine smurrie vullen. Later horen we dat die witte gewaden daar verkocht worden en behoorlijk wat geld in het laatje brengen. We blijven nog even op de religieuze toer en rijden door naar Bethlehem, de geboorteplaats van Jezus. Er is een kerk gebouwd boven de kelder waarin hij geboren is, dus een bezoekje daaraan mag niet ontbreken. Het kerkje is best aardig van binnen met gouden mozaïeken aan de muur. In het midden is een doorgang naar de geboorte kelder. Het krioelt hier werkelijk van de mensen en onze gids dirigeert ons er ook heen. Het loopt maar moeizaam door omdat op de letterlijke geboorteplek een ster is aangebracht waarbij sommige mensen blijven knielen terwijl de volgende massa mensen alweer de trap afdaalt. Daar beneden was het dan ook bloedheet en Angela en ik waren blij toen we er aan de andere kant in een ander kerkje weer uit mochten. Bethlehem zelf is echt de meest toeristische plek waar we de hele week geweest zijn. Overal straatverkopers met rozenkransen en winkeltjes vol houtsnijwerk en Jezus en Maria beelden. Wie kan het ze kwalijk nemen. Na een lunch bij de familie van de gids thuis, reden we door naar een de laatste stop. Een deel van de muur met Jeruzalem is beschildert door Banksy (wie hem niet kent, googelen!). Hij heeft daarnaast een heel hotel ontworpen. Sommige kunstwerken daarin kan je alleen zien als je een kamer boekt. Daarnaast is dus een heel groot deel van de muur beschilderd door de meest prachtige muurtekeningen van allerlei kunstenaars, geïnspireerd op Banksy. Met daartussen kreten als 'make hummus not war!'. Een mooiere vorm van protest kan je je niet bedenken. Het was een indrukwekkende dag, die de vakantie en alle feestvierende Joden toch een vreemd randje geeft. Dat zij gewoon zo kunnen leven terwijl een hele bevolkingsgroep onder bezetting leeft en vele hun familieleden nooit meer kunnen bezoeken is lastig te begrijpen.

Angela was hierna erg moe en ging opladen voor de dag erna. Ik deed nog 1 biertje met Aron. Tot mijn grote vreugde kwam hij op zijn elektrische fiets, dat is dus wel iets anders dan die fietsen die alle Nederlandse bejaarden hebben. Hij is kleiner en gaat een stuk harder! Je krijgt een enorme push als je trapt, maar je kan ook besluiten helemaal niet te trappen en gewoon een knopje in te drukken om vooruit te komen. Hij stelde me voor aan een Joodse vriend van hem Jonathan, die halverwege de avond een gedaanteverandering onderging. Toen we hem eerst tegen kwamen had hij van die gekrulde haarplukjes, een keppeltje en een net pak aan (Aron heeft gewoon kort haar). Aron stelde me voor en ik wilde een hand geven maar die moest hij weigeren. Er zaten wat orthodoxe Joodse toeschouwers achter hem. Een half uurtje later toen Aron en ik aan een biertje zaten kwam hij terug met casual kleding en een petje op waaronder hij zijn haar plukken had verstopt en zei hij 'now we can shake hands', waarna ik tot mijn grote verbazing ineens wel een hand kreeg. Ze blijven me verbazen...en nu eerlijk gezegd wel op een hypocriete manier, maar goed. Na 1 biertje hield ik het voor gezien. De laatste dag bezochten Angela en ik Yad Vashem, het holocaust museum. Of nou ja museum..het is bijna een heel dorp! Ze adverteren door heel Jeruzalem heen dat het gratis te bezoeken is. Maar eenmaal daar moesten we iets van 4 euro voor een plattegrond neertellen en volgens mij nog een euro of 7 voor de audiotoer, vooruit dan maar. We kwamen daar eind van de ochtend aan en vreemd genoeg zei de mevrouw achter de balie dat het museum tot 18:00 open was. Later snapten we waarom, het is werkelijk gigantisch! Er zijn veel kamers met in elke kamer minstens 7 punten waar je de audiotoer aan kan zetten die vervolgens vaak wel een minuut of 10 door kletst. Je kan er dus letterlijk een hele dag doorbrengen. Dat hielden wij niet vol, maar wel interessant om ook hier een indruk van te krijgen.

Toen zat de week er al weer op! 1 weekje maar we hebben er echt superveel uitgehaald, 3 zeeën bezocht, met dolfijnen gezwommen, verschillende culturen gezien en in elke stad vrienden gemaakt die ons weer meenamen. Een reis om niet te vergeten! En hoewel het vreemd kijken is als weer een groep dienstplichtigen met enorme geweren bij je de tram instapt hebben we ons toch overal veilig gevoeld, ook in Palestina. Dus wil je een interessante reis maken én in oktober nog eens de zon opzoeken, dan is het zo gek nog niet. 

2 Reacties

  1. Peter Bijnsdorp:
    7 november 2019
    Prachtige blog weer met veel leuke info.
  2. Joke Bijnsdorp:
    8 november 2019
    Wat weer een ontzettend mooi en duidelijke uiteenzetting van jullie reis. Heb er weer geweldig van genoten. Interessant al die weetjes die je hebt opgeschreven. Fijn dat jullie er zo van hebben genoten. Daar gaat het toch om
    Lieve groet Joke