Watervallen & regenbogen, bijna verzuipen en de grote boze hoofdstad.

4 oktober 2022 - Kampala, Oeganda

Onze volgende stap was Sipi Falls, want daar zijn….? Juist, watervallen. Verder kennelijk niet zoveel want alle accommodaties bieden full board aan (= met 3 maaltijden). Onze vriend Nathan die al drie weken onze lokale vraagbaak is had Sipi Falls Lodge aangeraden als verblijfplaats. Dus daar reden we heen, wat een idyllisch plekje! We hebben een eigen appartementje met glazen deuren en uitzicht op een gigantische waterval. Valt altijd wat op af te dingen, full board waarbij een hoop van de kaart niet verkrijgbaar blijkt te zijn en vaker plassen door die waterval op een wc zonder deur. Maar zo kan je altijd wat te klagen hebben. Sipi schijnt ook 1 van de beste plekken te zijn om de zonsondergang en zonsopgang te bekijken, dus we dachten eraan om die dag nog een sunset tour te doen. Maar ineens, van blauwe lucht met zon naar donder, regen en kou, dus die ging niet door. In de ochtend hadden ze de ontbijttafel gedekt bij het uitzichtpunt, waar we goudkleurige vogeltjes zagen glinsteren in het zonlicht en de waterval onvermoeibaar naar beneden raaste. Daarna gingen we op stap met gids Livingstone, een kleine hike die supergoed te doen was voor de afwisseling. Je zit namelijk al best hoog in de bergen. Je loopt stukjes door lokale gemeenschappen, maar vooral naar, achter en langs de mooie watervallen. In het opspattende licht versierd met een regenboog. Onderweg kwamen langs een man met een kameleon die we op onze handen mochten laten lopen. Heel apart gevoel met zijn gekke, kleine klauwtjes. En iemand liet ons superzoete passievrucht proeven. Je loopt door koffieplantages, bonen en kool. Een gevarieerde ontspannen wandeling. Daarna gingen we bij wat locals langs om hun lokaal gebrouwde bier te proeven, dit keer op basis van maïs, niet echt lekker ook. Precies toen we daar waren brak de hemel open, dus wij met z’n allen in het kleine donkere hutje. Het ging flink tekeer, dus schuilen was een must. Daarna kwam wel de blauwe lucht en zon weer terug, dus wij nog eens de gids laten komen voor een sunset tour. Vlak voordat we gingen zat ik aan een tafeltje te typen en ineens, drup, drup..begon het toch weer te regenen. Dan maar spelletjes spelen in het guesthouse.

Dag dag erop trokken we verder naar Jinja. We hadden mazzel, de wegen bleken uit asfalt te bestaan! Verder een vrij vlak landschap met enigszins uitgedroogde rijstvelden. We verbleven bij Jinja Basecamp, weer een erg leuke plaats. Wel waren we beide bijna opgesloten in de wc, want de deur had geen hendel en ging naar binnen open. In het stadje hebben we eerst een ijsje gegeten bij de Deli. Redelijk hip plekje, dus meerdere muzungu’s. We vroegen rond over het raften, wat hier dé activiteit is en kwamen Musana tegen. Hij stelde zich voor als gids die voor ons wel wat kon regelen bij Tube Masters. We wisselden contactgegevens uit om later op de dag bij te kletsen. Intussen liepen we de hoofdstraat van Jinja af, langs de winkeltjes en cafeetjes naar de centrale markt. Oeganda barst van de markten, dit was wel een grappige, vrij groot en chaotisch. In de middag gingen we met Musana naar een plekje aan de Nijl met mooie zonsondergang. Het weer was daar weer niet helemaal naar, maar wel een mooi uitzicht en rond klauterende aapjes. Daarna bij House of Snacks gedineerd, oftewel een heel bord volgeladen voor 4 euro. Toen werd het tijd om het nachtleven te ontdekken. Eerst met een drankje bij Bourbon, een bar aan de Nijl en vervolgens bij Club49. Dit was een heel gekke setting met een soort café in een overdekte hal. En dan heel harde muziek, en veel zwarte mensen met enooorme billen! We hebben ons echt verbaasd hoe groot die zijn. En wat ze ermee kunnen! Ze lijken wel een eigen leven te leiden. Wij trokken ook aardig wat bekijks. Veel mannen wilden met ons dansen en Angela kreeg een soort dansles midden op de vloer wat erg vermakelijk was om naar te kijken. 

De volgende ochtend wilden we eens anders starten, dus we gingen, nou ja, naar de kerk. Op zondag. Het regende ook nog. Je hebt hier een aantal stromingen, waaronder de born again chuch. Deze diensten zijn nogal hysterisch. We kregen aanwijzingen waar we ongeveer in het stadscentrum moesten zijn, daar konden we vervolgens gewoon op het geluid afgaan. Gelachen hoor. Er was een drumstel, een goede zangeres met een koor erbij, er werd gezongen en gedanst. Tussendoor heb je wat sprekers. Op een gegeven moment kwam er een priester die zo hard in de mic blèrde dat het leek of we gelijk in de hel waren beland. Tijd om de aftocht te blazen. Later zouden we Ricky ontmoeten, een vriend van Morris die we eerder bij Lake Bunyonyi hadden leren kennen. Nou die kwam uiteindelijk pas na 2 uur, maar die was raaaar, ik denk echt dat hij stoned was ofzo, viel geen contact mee te leggen. Dus die hebben we vriendelijk gedag gezegd. Daarna probeerden we stiekem naar de bron van Nijl te lopen. Daar moet je namelijk sindskort voor betalen en dat vinden we onzin. Voor iets wat er gewoon ís. Je betaalt niet voor een dienst ofzo. Een Engelsman van Basecamp had gezegd dat we de tickets konden ontwijken door er via de golfbaan heen te lopen. We hadden zijn instructies echter maar half onthouden, dus die missie mislukte. In Jinja zijn om de een of andere reden veel Indiërs. Die avond gingen we daarom bij een Indisch restaurant eten, Moti Mahal. Lekker en veel eten! De leftovers namen we mee voor diner de volgende dag. We hadden inmiddels Tube Masters gebeld voor het raften en die boden ons een betere deal dan Musana met zijn praatjes. Gelijk geboekt :).

Na een ontbijt met toast, avocado en gepocheerde eitjes, kwam het busje van Tube Masters ons oppikken Het was wel bijzonder, het busje zat vol met een hele crew van een man of tien, alleen omdat wij met zijn tweeën gingen raften. Voelde erg decadent. Wij zaten met een stuurman en twee extra roeiers in de raft. Verder waren er drie kleine kanootjes voor als we eruit zouden vallen. Die konden dan ons, of onze peddels oppikken. Ik kan je vertellen, geen overbodige luxe haha. De stroomversnellingen zijn gerangschikt van grade 1-6. Grade 6 sloegen we over, die zijn te heftig, echt een soort kleine watervallen. We begonnen met grade 2, daar stuiterde je al best een eind naar beneden, daarna een kleintje grade 1. Ertussendoor had je een heel stuk vlak water, wat we af en toe roeiden, een beetje chillden én oefenden met het laten omslaan van de boot zodat we wisten wat te doen in het geval dat. Je kan even onder de omgeslagen boot chillen, er zijn vakjes met zuurstof, maar je met hem eigenlijk vooral wegduwen. Met je reddingsvest aan kom je dan vanzelf wel weer bovendrijven. Deze oefening was niet overbodig. Er kwamen nog 3 versnellingen grade 4 en 5, waarbij elke keer de boot omsloeg haha. Wij een beetje dobberen. Gaat er behoorlijk wild aan toe, ineens knalt die boot om en vlieg je eruit. Soms landt hij nog eens op je hoofd, de helms zijn echt geen overbodige luxe. Bij de laatste, grade 5 sloegen we om en belanden daarna nog in een paar kolken. Dus als je net weer bovendrijft slaat de volgende golf water over je heen. We hadden ons nog zo voorgenomen geen Nijl water in te slikken. Maar bij die laatste was dat onvermijdelijk. Gelukkig werden we er niet ziek van. Het was een vreemde ervaring. Bij onze beiden eerdere raft ervaringen heb je veel meer stroomversnellingen, hier had je lange stukken vlak, rustig water. Maar drie van de vijf waren wel weer veel heftiger, we waren beiden nooit zo vaak omgeslagen tijdens 1 tour. 

Een dagje later maakten we onze laatste autorit, richting de hoofdstad Kampala. We hadden een homestay geregeld bij Catie, die net buiten de stad woont. Zo dachten we het kennelijk gestoorde verkeer van Kampala te vermijden. We zouden het verhuurbedrijf de auto daar laten ophalen. Voor het eerst reed ik een heel stuk in de file! Daarna een stuk snelweg dat weer heel rustig was. Vervolgens hebben we bij een marktje geparkeerd waar Lukia, Catie’s zus heen kwam om mee te rijden en de weg te wijzen. Denk je in de stad te zijn, moesten we toch weer een hobbelig, smal zandweggetje af, maar goed de laatste. We werden warm welkom geheten, door Lukia die onze schoenen heeft gewassen. Ze heeft echt flink lopen schrobben tot de zolen weer blinkend wit waren! Onze bergschoenen waren vervolgens wel een dag of 3 nat, klein nadeel. Daarna boden we aan om te koken. We kregen allebei een groot mes in de hand en liepen daarmee op slippertjes de tuin in waar we een groot bananenblad mochten afhakken. Lukia deed het voor en hakte hem er in 1 haal af. Wij deden het beter met de zaagtechniek. Daarna leerden we de bananen te schillen voor de Matooke, die vervolgens weer in de bladeren gebakken worden, zodat die goede stoffen weer in het eten komen. We kregen een welkomst lunch met aardappels in lekkere saus en vruchtensap en wij gaven hen stroopwafels. Daarna gezellig gekletst. We kwamen bij hen terecht via de Facebook pagina Host A Sister. Hier kan je je aanmelden als host of als iemand die zoekt naar een plek of meet-up. Dit mag dan geen geld kosten, maar is bedoeld om verhalen en cultuur uit te wisselen. Wij hadden een eigen, net appartementje naast het hunne. Wel met een hurk wc, maar dat is overkomelijk. Met Lukia gingen we langs haar woning, ze woont bij haar moeder met haar 2 kinderen in een klein, maar bakstenen huisje, wel zonder stroom. Haar jongste dochtertje was er, druk en ondeugend en het jongste zoontje van Catie, stil en afwachtend. Het schijnt dat hij zich vroeger onder de dekens verstopte als hij witte mensen zag, dus het ging al beter. Ze hadden daar verse en zelf gekookte pinda’s die we mochten proeven en mee kregen, heerlijk! En we kwamen er eindelijk achter waarom  die geen ‘peanuts’, maar ‘g-nuts’ worden genoemd, dat staat voor ‘ground nuts’. Daarna nam Lukia ons mee naar de markt waar we een eggroll probeerden (lekker!) en vis kochten voor het avondeten. In de avond babbelden we nog wat met Catie, zij is gids en verhuurt dus haar huis, maar hoe had ze dat tijdens covid dan gedaan? Ze was begonnen met het verzorgen van online kooklessen. Daarnaast is ze ook kleding gaan ontwerpen en maken. Ze liet wat plaatjes zien en stoffen die ze had liggen en we waren gelijk verliefd! We riepen al de hele vakantie dat mensen zo leuk gekleed gaan hier, stijlvol, mooie stoffen. Dus we kozen beiden een stof uit en zochten ontwerpen op zodat ze ook wat voor ons kon maken. 20 dollar voor een rok en 30 voor een jurk, daar kan je het niet voor laten. Ze verscheept ook! Hier kan je haar ontwerpen bekijken: https://www.facebook.com/Gdesignsafrica. Nog lekker gegeten en naar bed.

De volgende ochtend maakten we toch nog 1 autoritje, want we waren best een end uit het centrum en met het ov zou dat een uitdaging worden. Dus Angela maakte het laatste ritje naar Bushpig’s Backpackers hostel, gelegen in Kolol, een dure wijk. Catie namen we mee, zodat ze ons een citytour kon geven en we langs de naaisters konden rijden voor de laatste maten. In het hostel en door Catie werden we flink gewaarschuwd, niet zomaar met je telefoon in je hand lopen en je rugtas goed vast snoeren, want een voorbijrijdende scooter kan losse handjes hebben. De boda boda’s (taxi scooters) staan hier ook slecht bekend: geen helm, onveilig gedrag, dronken rijden. Maar er zijn safe boda’s met aparte hesjes die gekeurd worden. Catie nam ons mee naar het parlement en het paleis van de koning. Het politieke systeem is vreemd, zo heb je in het land zelf 5 verschillende koninkrijken. Die van Kampala heet Buganda (klinkt toch als Uganda met een spraakgebrek?). De koning heeft culturele verantwoordelijkheden en de minister politiek. De bevolking behoort allemaal tot een clan van een bepaald dier en heeft taken die bij die clan horen. Zo draagt de buffel clan bijvoorbeeld de koning. De volgende stop was de markt middenin de stad. We kregen instructie van Catie om geen contact te mensen, die naar mensen te kijken of te lachen. Moest ik mijn gezicht helemaal anders houden. Volgens haar lopen daar aardig wat gestoorde mensen rond. Het was me een chaos daar! Een enorme markt met heel smalle gangetjes waar mega veel mensen doorheen lopen. Ernaast een parkeerplaats met wel honderd busjes en eromheen flats waarin allerlei winkeltjes op elkaar gestapeld zijn. We kochten cacao als vrucht, scheen lekker te zijn en een groene stekelige vrucht die kanker schijnt te genezen. Die laatste zijn we vergeten op te eten. Cacao was wel lekker, om de bonen heen zit wit vruchtvlees, een soort lycheeachtig, was nieuw voor ons! Na al deze indruk hadden we een massage geboekt, een uur voor 23 euro, waarbij we ook nog wijn kregen. Heerlijke afsluiting.

De ochtend erop gingen we naar de Khadaffi moskee, de op 1 na grootste van Afrika. Gesponsord door….je raadt het al…Inmiddels heet hij officieel de National Mosque, omdat de huidige regering van Syrië niet meer financiert. En wellicht ook omdat zijn reputatie hem heeft ingehaald. Daarna kwam Catie nog langs voor de laatste aanpassingen aan de kleding en wachtten we op Morris die we bij Lake Buyonyi hadden ontmoet om bij te kletsen. Omdat die Oegandezen niet zo van de tijd zijn hebben we intussen geluncht en cocktails gedronken. Morris en zijn vriend Percy namen ons mee in hun mooie bus naar en wijnbar. In de avond deden we nog een poging tot uitgaan, maar we vonden die plekken waar ze ons brachten niet zo boeiend, dus gingen op tijd weer terug. De winst was dat we de volgende dag niet met een kater in de lokale bus naar Entebbe zaten. Dat is sowieso al geen pretje met iemand van mijn lengte. Mijn benen zaten totaal klem, ik moest een sterk staaltje manspreading doen om ze überhaupt kwijt te kunnen. Gelukkig is het maar 50 min. Daarna een boda naar ViaVia, dat heeft een zwembad, maar voor het eerst deze vakantie zat iets volgeboekt! Gelukkig vonden we in Elementis een andere leuke verblijfplaats, met warme douche! Entebbe is een rustig plaatsje aan het Victoriameer. Er leven superveel vogelsoorten, in allerlei felle kleuren. Ook de lelijke Maraboe was weer van de partij. Een andere schrikvogel die er leeft is de Shoebill, je kan een tour doen om die te vinden, maar we waren tour moe, dus niet gedaan. Er klimmen ook veel aapjes rond in het dorp, die bij de lunch op ons eten zaten te azen en de mensen van het restaurant enorm lieten schrikken toen ze op de balie klommen haha. Het einde van die middag viel de stroom uit en hoewel de tijdelijke manager van het hostel, Lady, goede hoop had dat die terug zou keren, bleef het donker. De generator van het hostel was ook stuk. Dus samen met een Duitser gingen we op zoektocht naar kaarsen, uiteindelijk vonden we een paar stompjes en staken die aan. Angela en ik lieten ons niet weerhouden om alsnog een goede stapavond te hebben. In het centrum hadden ze wel generators. Na een lege 5 Turkeys Bar vonden we de Irish Pub, waar het langzaam maar zeker steeds meer los ging! Die avond heette ik Jolene (Charlotte snappen ze niet, dat wordt vaak ‘carrott’ en nou ja, Charlie werd dus Jolene, dus dat hield ik maar aan). Jolene was op stap met Angel. De avond laat zich verder samenvatten met: lokale tonic, dwerg, veel schuddende billen en uiteindelijk kip. 

En ineens was daar onze laatste dag aangebroken! Al de hele vakantie hadden we ons voorgenomen die dag alleen aan het zwembad te chillen. Dat was mogelijk op een andere locatie tegen een toegangsprijs, maar het weer….dat werkte gewoon niet mee. We vulden de dag met ontbijt buiten de deur, een lunch traktatie voor Nathan die ons letterlijk de hele reis tips heeft geappt, een massage en een animatiefilm in de bios. Om 1 uur ‘s nachts kwam de taxi en zwaaiden we Oeganda uit. Oeganda en in mindere mate ook Rwanda heeft wel een speciale plek in ons hartje gekregen. Bijzondere ontmoetingen met dieren en zeer vriendelijke mensen, die we misschien wel eens hier hopen te verwelkomen. Luxe kan je niet verwachten, een warme douche is mazzel en het wegdek onvoorspelbaar. Maar wij vonden het zeker waard en hebben ons nergens onveilig gevoeld met al die behulpzame inwoners, dus mocht je nog twijfelen….gewoon gaan! Tot de volgende reis!

1 Reactie

  1. Frits:
    10 oktober 2022
    mooi slot!!